Feiten over de tram

De eerste tram van Nederland reed in Den Haag. In 1864 reed de eerste paardentram van Nederland tussen de Kneuterdijk en Scheveningen.

De rood-beige tram weegt leeg circa 37.000 kg, met mensen circa 48.000 kg (180 passagiers).
De RandstadRail weegt leeg circa 58.000 kg, met mensen circa 71.500 kg (225 passagiers).

De rood-beige tram is 30 meter lang en 2,35 meter breed.
De RandstadRail is 36,8 meter lang en 2,65 meter breed.

De maximum snelheid van de Haagse tram is 50 km/u.

Er rijden 147 trams in regio Haaglanden en 54 RandstadRail-voertuigen, die gedeeltelijk door de stad rijden op de lijnen 3 en 4 en daarna doorrijden naar Zoetermeer.

Dagelijks worden er met de tram en RandstadRail 375.000 reizigers vervoerd. Een tram heeft acht motoren van 45 kW. In totaal is dat 360 kW, ofwel 490 pk.

Remweg

Een tram heeft een ongeveer een drie keer langere remweg dan een personenauto. De remweg hangt niet alleen af van de snelheid, maar ook van de soort remming. Bij een normale remming is de remvertraging ongeveer 1,5 m/s2. Dat betekent dat de snelheid van de tram elke seconde met ongeveer 1,5 m/s (5,4 km/u) afneemt.

Dus als een tram 10 m/s (36 km/u) rijdt en gaat remmen, is na één seconde zijn snelheid nog maar 8,5 m/s (30,6 km/u).
Weer een seconde later is de snelheid afgenomen naar 7 m/s (25,2 km/u). En zo verder.

Bij een noodremming remt de tram sneller, namelijk met ongeveer 4,5 m/s2. Ter vergelijking: een personenauto haalt een noodremvertraging van circa 7 m/s2. Die remt dus nog sneller.

Bij een noodstop met 50 km/u is de remweg ongeveer 21 meter (bij een personenwagen ongeveer de helft). Hierbij is nog niet rekening gehouden met de reactiesnelheid van de bestuurder en het remsysteem.

De remweg wordt hierdoor ongeveer verdubbeld naar 40 meter. Bij een normale stop is de remweg ongeveer 63 meter.